Marie-Chantal Canoy

marie vierkant

Onjuiste aanbesteding door het CJIB (loting)

18-09-2015

 

Begin september 2015 zijn er vijf uitspraken gedaan over een aanbestedingsprocedure van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Deze aanbesteding is in strijd geacht met het karakter en het doel van de aanbestedingsprocedure, waardoor de aanbestedingsprocedure moest worden gestaakt.

Het ging in deze kwestie om een vrijwillige aanbesteding van het CJIB voor de inkoop van deurwaardersdiensten. Het CJIB heeft in deze aanbesteding ten aanzien van de ‘beoordeling en gunning’ bepaald dat de inschrijvers worden beoordeeld op basis van het gunningscriterium ‘laagste prijs’. Daarvoor is gekozen omdat de uitvoering van betekening en executie zeer sterk is gereguleerd. Inschrijvers kunnen zich dus niet onderscheiden op basis van kwaliteit. Tegelijkertijd heeft het CJIB een bandbreedte vastgesteld in de prijsstelling waarvoor de inschrijver kan inschrijven. Verder is bepaald dat een voorlopige rangschikking wordt gemaakt op basis van de ‘prijs per executoriale titel’. In het geval dat meerdere inschrijvingen op dezelfde plek eindigen (en dus dezelfde inschrijvingsprijs hebben) wordt door middel van een loting door een notaris bepaald hoe de definitieve rangschikking eruit komt te zien.

 

Bezwaar tegen de aanbestedingsprocedure

Ik bespreek de zaak die deurwaarderskantoor ‘Reijn Retro’ jegens het CJIB heeft aangespannen (Rb. Den Haag 3 september 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:10442).

Reijn Retro heeft gesteld dat het CJIB niet is toegestaan om te gunnen op basis van laagste prijs. Gelet op de gegeven bandbreedte is het namelijk volgens het CJIB voorspelbaar dat een inschrijver tegen de minimumprijs gaat inschrijven, zodat de prijs in feite vaststaat. Daarmee staat een gunning op basis van loting op voorhand vast.

 

Oordeel voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter heeft de vordering van Reijn Retro toegewezen. Daartoe heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het stimuleren van concurrentie tussen aanbieders een wezenlijk doel is van een aanbesteding. Voorts dient een aanbestedende dienst zorg te dragen voor het leveren van zo veel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen.

Dat inschrijvers zich niet op kwaliteit van elkaar kunnen onderscheiden staat vast. Reijn Retro heeft voorts betoogd dat dit ook niet mogelijk is op basis van prijs. Reijn Retro heeft aangetoond dat er vanuit kan worden gegaan dat alle inschrijvers met dezelfde minimumprijs van € 0,87 per executoriale titel zullen inschrijven. Dit leidt ertoe dat op basis van een loting wordt bepaald wie voor gunning in aanmerking komt. Dat verdraagt zich niet met het doel van een aanbestedingsprocedure. Dit gebrek betreft een zo belangrijke eigenschap van een aanbestedingsprocedure dat deze aanbestedingsprocedure moet worden gestaakt.

 

Conclusie

Deze uitspraak illustreert dat aanbestedingsprocedures die op voorhand worden vorm gegeven als een loting ondeugdelijk worden geacht.

Of deze uitspraak Reijn Retro zal helpen om de opdracht van het CJIB gegund te krijgen is overigens de vraag. De voorzieningenrechter heeft immers voorts geoordeeld dat het CJIB niet is gehouden om de opdracht opnieuw aan te besteden. Er is sprake van een opdracht die niet verplicht hoeft te worden aanbesteed en de omstandigheid dat het CJIB daar vrijwillig voor heeft gekozen, maakt nog niet dat het CJIB gehouden is daar ook wederom toe over te gaan, aldus de voorzieningenrechter.

Hebt u vragen rondom het aanbestedingsrecht? Neem contact met ons op. Op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen? Meld u aan voor onze periodieke legal updates, of volg ons op LinkedIn of Twitter.

Deze blog is geschreven door Marie-Chantal Canoy.