Maurits van Buren

maurits_2

Stroomschema nieuwe ontslagprocedure Wet werk en zekerheid nu beschikbaar

20-04-2015

Bekijk hier: Stroomschema nieuwe ontslagprocedure Wet Werk en Zekerheid

TOELICHTING STROOMSCHEMA
(i) Werkgever moet opzeggen binnen 4 weken na dagtekening van de beschikking van het UWV (7:671a lid 6)

(ii) Herstel aovk (7:682 lid 1.a) ingeval de opzegging in strijd is met A- of B-grond (bijv. onjuiste afspiegeling)

Billijke vergoeding (7:682 lid 1.b) ingeval de opzegging in strijd is met A- of B- grond en herstel in redelijkheid niet mogelijk is als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever

Billijke vergoeding (7:682 lid 1.c) ingeval de opzegging in strijd is met de B-grond én sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever

(iii) De kantonrechter bepaalt op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst wordt hersteld en treft “voorzieningen” omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst (7:682 lid 6) beperkt risico op loonvordering werknemer

(iv) Er is (nog) geen staffel/formule voor bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding

(v) Vernietiging opzegging (7:681 lid 1) ingeval van

  • Opzegging in strijd met opzegverbod (bijv. tijdens ziekte)
  • Opzegging zonder toestemming van het UWV (7:681 lid 1.a, 7:671 lid 1.a)
  • Ongeldig proeftijdontslag (7:681 lid 1.a, 7:671 lid 1.b)
  • Ongeldig ontslag op staande voet (7:681 lid 1.a, 7:671 lid 1.c)
  • Discriminatoire opzegging
  • Opzegging maar daarna schending door werkgever van “wederindiensttredingsvoorwaarde”
  • Opzegging door uitzendwerkgever maar daarna schending door uitzendwerkgever van “wederindiensttredingsvoorwaarde voor uitzendwerkgevers”

(vi) Indien de kantonrechter de opzegging vernietigt, dan wordt de arbeidsovereenkomst geacht nooit te zijn opgezegd risico op loonvordering werknemer

(vii) Herstel arbeidsovereenkomst (7:682 lid 4 en lid 5) ingeval

  • Ontbinding maar daarna schending door werkgever van “wederindiensttredingsvoorwaarde” (7:682 lid 4)
  • Ontbinding door uitzendwerkgever maar daarna schending door uitzendwerkgever van “wederindiensttredingsvoorwaarde voor uitzendwerkgevers” (7:682 lid 5)

Werknemer moet een verzoek indienen uiterlijk binnen twee maanden na de dag waarop de werknemer op de hoogte is of redelijkerwijs had kunnen zijn van de overtreding van de wederindiensttredingsvoorwaarde, maar ten laatste twee maanden na de dag waarop de termijn van 26 weken is verstreken (7:686 lid 4.c)

(viii) De termijn van hoger beroep bedraagt drie maanden, te rekenen van de datum van de beschikking van de kantonrechter.

Indien het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigt en het verzoek om ontbinding van de werkgever alsnog afwijst, dan kan de kantonrechter de werkgever veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen of om aan de werknemer een billijke vergoeding toe te kennen (7:683 lid 3). Indien de kantonrechter de werkgever veroordeelt om de arbeidsovereenkomst te herstellen, dan treft de kantonrechter “voorzieningen” omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst (7:683 lid 4 jo 7:682 lid 6) beperkt risico op loonvordering werknemer

(ix) De termijn van hoger beroep bedraagt drie maanden, te rekenen van de datum van de beschikking van de kantonrechter.

Indien het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigt en het verzoek om ontbinding van de werkgever alsnog afwijst, dan kan de kantonrechter de werkgever veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen of om aan de werknemer een billijke vergoeding toe te kennen (7:683 lid 3). Indien de kantonrechter de werkgever veroordeelt om de arbeidsovereenkomst te herstellen, dan treft de kantonrechter “voorzieningen” omtrent de rechtsgevolgen van de onderbreking van de arbeidsovereenkomst (7:683 lid 4 jo 7:682 lid 6) beperkt risico op loonvordering werknemer

(x) De termijn van hoger beroep bedraagt drie maanden, te rekenen van de datum van de beschikking van de kantonrechter.

Indien het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigt en het verzoek om ontbinding van de werkgever alsnog toewijst, dan bepaalt het hof op welk tijdstip de arbeidsovereenkomst eindigt (7:683 lid 6)