Kunnen werknemers verplicht worden vakantiedagen of ADV-dagen op te nemen?

Werknemers kunnen niet verplicht worden vakantiedagen op te nemen, tenzij de arbeidsovereenkomst of cao daarin voorziet.[1] Dat geldt ook als het bedrijf gesloten is en werknemers geen mogelijkheid hebben om thuis te werken. Als werknemers niet thuis kunnen werken, omdat dat vanwege de aard van het werk of een gebrek aan (bedrijfs)technische middelen niet mogelijk is, komt dat voor rekening en risico van de werkgever. Het loon moet volledig doorbetaald worden.

Dat neemt niet weg dat het voor werknemers ook aantrekkelijk kan zijn vakantiedagen op te nemen. Vakantiedagen zijn niet onbeperkt geldig.

Wettelijke vakantiedagen vervallen na zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd.[2] Staan er nog wettelijke vakantiedagen open uit 2019? Die vervallen op 1 juli 2020. Dat kan een stimulans zijn deze nu op te nemen.

Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren na vijf jaar.[3] Werknemer neemt steeds eerst de dagen op die als eerste vervallen of verjaren.

Het kan dus zowel voor de werkgever als werknemer zinvol zijn afspraken te maken over het opnemen van vakantiedagen in deze crisistijd.

Ook kunnen werkgevers (na instemming van de ondernemingsraad) regelingen aanbieden om het opnemen van vakantiedagen te stimuleren. Bijvoorbeeld door een (gemaximeerd) deel van de vakantiedagen voor rekening van de werkgever te laten komen als binnen nu en vier maanden vakantie wordt opgenomen. Daarin zijn meerdere variaties denkbaar.

Voor ADV-dagen gelden de wettelijke regels over vakantie niet. Daarvoor gelden de afspraken in de cao of de arbeidsovereenkomst. Het is goed mogelijk dat werknemer deze wél verplicht op kan nemen door bijvoorbeeld ADV-dagen in te roosteren.

Kunnen werknemers hun reeds goedgekeurde vakantieaanvraag intrekken?

Opgenomen vakantiedagen blijven in principe staan. Werkgevers zijn niet verplicht om intrekking van al goedgekeurde vakantie toe te staan. Een werkgever zal er bij de goedkeuring (bedrijfsorganisatorisch) op gerekend hebben dat de werknemer met vakantie gaat en dat die vakantiedagen daarmee worden opgebruikt. Partijen kunnen mogelijk in overleg tot een passende oplossing komen, waarbij bijvoorbeeld in ieder geval een deel wordt opgenomen. De werknemer is verplicht zich als goed werknemer te gedragen.[4] Per geval zal verschillen wat redelijk is.

Kunnen nieuwe vakantieaanvragen na de coronacrisis geweigerd worden?

Werknemers moeten ieder jaar in de gelegenheid worden gesteld vakantiedagen op te nemen.[5] De vakantie dient in principe vastgesteld te worden conform het verzoek van de werknemer. Dat is anders als een werkgever gewichtige redenen heeft die zich daartegen verzetten. In dat geval kan de aanvraag geweigerd worden. Als gevolg van deze crisis kunnen er gewichtige redenen zijn om dat verzoek niet toe te staan als de bedrijfsvoering net weer opstart.[6]

Kunnen reeds goedgekeurde vakantieaanvragen die betrekking hebben op de periode na de crisis door de werkgever beperkt worden?

De werkgever kan een reeds vastgestelde vakantie na overleg met de werknemer wegens gewichtige redenen wijzigen.[7] Hierbij kan gedacht worden aan plotselinge drukte in het bedrijf of onmisbaarheid van de werknemer in verband met de plotselinge ziekte van zijn of haar vervanger.

Mag de betaling van vakantiegeld uitgesteld worden?

Op grond van de wet[8] moet vakantiegeld uiterlijk in de maand juni worden uitbetaald. Daar kan schriftelijk van worden afgeweken zolang het maar minimaal één keer per jaar wordt betaald. In arbeidsovereenkomsten, personeelshandboeken en cao’s staat in veel gevallen dat vakantiegeld in de maand mei wordt uitgekeerd.

Van deze afspraken mag in beginsel niet eenzijdig worden afgeweken door het vakantiegeld later uit te betalen. Als het vakantiegeld te laat wordt uitbetaald kan de werknemer aanspraak maken op wettelijke verhoging.[9]

Ook hier geldt uiteraard dat in goed overleg afspraken kunnen worden gemaakt tussen werkgever en werknemers, bijvoorbeeld om eenmalig op een later tijdstip of in termijnen te betalen. Wellicht kan de ondernemingsraad hier ook nog een rol in spelen.

[1] Art. 7:638 lid 2 BW.

[2] Tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest deze op te nemen; Art. 7:640a BW.

[3] Art. 7:642 BW.

[4] Art. 7:611 BW.

[5] Art. 7:638 lid 1 en 7:634 BW.

[6] Art. 7:638 lid 2 BW.

[7] Art. 7:638 lid 4 en 5 BW.

[8] Art. 17 lid 1 en 2 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

[9] Art. 7:625 BW.