Jurriën Hemstede

jurjen

Zijn DNB en AFM straks bevoegd om een bestuurder te schorsen bij twijfel over de geschiktheid van de bestuurder?

23-07-2014

Als het aan minister Dijsselbloem ligt worden de bevoegdheden van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten binnen afzienbare tijd opgerekt. Er ligt een conceptwetsvoorstel ter wijziging van de Wet Financieel Toezicht klaar, waarmee het voor de toezichthouders mogelijk wordt gemaakt, om beleidsbepalers – lees: bestuurders, top managers en commissarissen – van een financiële instelling te schorsen als er twijfels bestaan over de geschiktheid van deze persoon.

Recent zijn verschillende financiële instellingen in het nieuws verschenen die forse reputatieschade hebben opgelopen door ongeschikte beleidsbepalers. Op het moment hebben toezichthouders niet de mogelijkheid de beleidsbepaler, over wiens geschiktheid twijfel bestaat, te schorsen. Deze mogelijkheid bestaat thans slechts indien er twijfels zijn over de betrouwbaarheid van een beleidsbepaler.

Onder de huidige regelgeving blijft de beleidsbepaler in het harnas tot zijn of haar ongeschiktheid vaststaat. In de regel is hier pas duidelijkheid over nadat een onderzoek (bijna) is afgrond. Met een dergelijke gang van zaken zou het vertrouwen in het financieel systeem geschaad kunnen worden. Dijselbloem schrijft: “Deze nieuwe bevoegdheid biedt de toezichthouders de mogelijkheid om snel en slagvaardig op te treden tegen een mogelijk niet-geschikte bestuurder omdat zij niet hoeven te wachten tot een onderzoek naar de geschiktheid van die bestuurder volledig is afgerond”.

De toezichthouders krijgen met voornoemde mogelijkheid tot schorsing een welkom stuk gereedschap aangereikt. Het is immers de Wet Financieel Toezicht (Wft) die bepaalt dat het dagelijks beleid van een financiële onderneming moet worden bepaald door “personen die geschikt zijn in verband met de uitoefening van het bedrijf van de financiële onderneming”. Logischerwijs voldoet een financiële onderneming niet aan de vereisten van de Wft indien er een ongeschikte beleidsbepaler aan het roer staat.

Tot slot is het nog noemenswaardig te vermelden dat de toezichthouders niet kunnen overgaan tot het ontslag van een beleidsbepaler vanwege twijfel aan de geschiktheid van een bestuurder. Er wordt immers getwijfeld over de geschiktheid, daarmee staat de ongeschiktheid nog niet vast.

Bronnen:
Rijksoverheid.nl
Internetconsultatie.nl